Onderzoek

8-80-800

Drie vuistregels voor een sterk speelweefselbeleid

De IJsjesnorm bewijst misschien dat veel speelplekken in Vlaanderen nog niet bereikbaar genoeg zijn voor jonge inwoners, maar wat is dan de oplossing? 

Kind & Samenleving ontwikkelde drie vuistregels om ruimtelijke ordening en beleid op te baseren: 8-80-800. Achtjarige kinderen zouden zich autonoom moeten kunnen verplaatsen in hun buurt, zouden binnen de 80 meter van hun huis een stapsteen* naar het speelweefsel moeten vinden én zouden in hun buurt een kwalitatieve speelplek van minstens 800m2 moeten hebben. 

*Een stapsteen naar het speelweefsel is een plekje waar kinderen of tieners stoppen, afspreken, elkaar ontmoeten en spelen. Zo'n plekje fungeert als een toegangspoort tot het uitgebreidere speelweefsel. Dit soort stapsteen kan zeker een bestemming vormen in het deelnemen aan de IJsjesnorm.


Veilig verplaatsen

Zelf stappen of fietsen is een goed alternatief voor de achterbank van mama's/papa's auto. Daarom creëren we een netwerk van verbindingen van formele en informele speelplekken en speelaanleidingen. Met 'speelweefsel' zorgen we in onze gemeente voor veilige verbindingen tussen deze en andere voor kinderen betekenisvolle plekken (scholen, jeugdlokalen, station...)

Verschillende onderzoeken in binnen- en buitenland tonen aan dat verkeersonveiligheid de grootste reden is waarom ouders hun kinderen liever niet alleen de straat op sturen. Dat is niet onlogisch aangezien het autoverkeer alleen maar is toegenomen en blijft toenemen. Jonge kinderen zijn ook nog niet in staat om snelheden van autoverkeer correct in te schatten en dat maakt het alleen oversteken of fietsen op straat niet evident.

Lees meer over veilig verplaatsen...

Inhoud

Blijf op de hoogte

Wil je up to date blijven met alle nieuwtjes over de IJsjesnorm? Volg ons zeker op InstagramFacebook en    Youtube. Registreer jouw e-mailadres om op de mailinglijst te komen via deze knop.

Speelweefsel

Het speelweefsel-concept is van groot belang voor het creëren van leuke speelplekken en kindvriendelijke openbare ruimtes. Het omvat alle plekken waar kinderen graag spelen, zowel formele als informele, en de routes daartussen. Door kaarten te maken van deze plekken en routes op basis van wat kinderen vertellen, krijgen we echt inzicht in hoe zij de ruimte beleven.

Het concept bestaat uit verschillende onderdelen. Het begint met een netwerk van speciale plekken zoals speelterreinen, bossen en jeugdsites, maar ook gewoon parken, pleinen en sportcentra. Daarnaast zijn er de wegen die deze plekken met elkaar verbinden, zoals straten en paadjes.

Ook draait het om het slim inpassen van speelplekken binnen andere plannen. We kijken hoe het speelweefsel past bij groene zones, waterpartijen, recreatiegebieden, mobiliteitsroutes en andere belangrijke plekken in de stad.

Belangrijk is ook de inspraak van kinderen en ouders. Zij weten het beste welke plekken echt leuk zijn om te spelen. Voor de meer verborgen speelplekken hebben we hun info nodig. Ook laten we hen meedenken over hoe de speelomgeving er idealiter uit zou moeten zien.

Speelweefsel van Scherpenheuvel-Zichem

Groene speelweefsels

Een groen speelweefsel is een netwerk van speelplekken en routes die geïntegreerd zijn binnen natuurlijke omgevingen, zoals parken, bossen, en groene open ruimtes. Dit concept combineert speelvoorzieningen met de natuurlijke elementen van de omgeving om een gezonde en stimulerende speelomgeving te creëren voor kinderen. Het doel is om kinderen aan te moedigen om buiten te spelen, te ontdekken en te genieten van de natuur, wat kan bijdragen aan fysieke activiteit, sociale interactie, creativiteit en algeheel welzijn. Het ontwerp van een groen speelweefsel vereist een integrale benadering waarbij landschapsarchitectuur, stadsplanning en participatie van de gemeenschap samenkomen om een duurzame en kindvriendelijke omgeving te realiseren.

Lees ook meer over spelen in het groen!

Tienerweefsel

 

Een tienerweefsel omvat zowel formele als informele plekken die belangrijk zijn voor tieners, samen met de verbindende routes ertussen. Deze laag in de stadsplanning is specifiek ontworpen vanuit het perspectief van tieners, met een eigen interne logica, maar het is ook nauw verbonden met andere planningsaspecten voor de publieke ruimte, zoals groenstructuren, mobiliteit, sport en recreatie.

Door strategische interventies kun je het bestaande tienerweefsel versterken. Dit kan worden bereikt door formele en informele tienerplekken uit te breiden, door de connectiviteit en toegankelijkheid voor tieners te verbeteren, of door niet-ruimtelijke maatregelen toe te passen, zoals organisatorische aanpassingen, verbeterd beheer en onderhoud, en bewustmakingsinitiatieven.


Publieke ruimte

Investeer in een speelruimtebeleid

‘Kinderen spelen overal’, maar dat gaat niet vanzelf. In een publieke ruimte die door diverse groepen en belangen wordt geclaimd, maakt een doordacht speelruimtebeleid letterlijk en figuurlijk ruimte voor kinderen en jongeren.

Gemeentebesturen kunnen (onder de enthousiaste aanmoediging van onder meer een jeugdraad) een speelruimtebeleid met ambitie en met visie voeren. Dat betekent: niet zomaar speelruimte inplanten waar er plaats is of waar een opportuniteit zich aandient, maar een goed doordacht gemeentelijk plan maken (met aandacht voor spreiding en inplanting van speelruimte), waar ruimte is voor veel soorten speelplekken (grote en kleine, maar ook terreinen die er heel verschillend uitzien).


Kindgerichte publieke ruimte

Kind & Samenleving geeft 6 redenen om werk te maken van een kindgerichte publieke ruimte

  1. De publieke ruimte wordt schaarser en drukker. Nu de percelen en private tuinen steeds kleiner worden, moet er in de publieke ruimte plaats zijn om te spelen, te ontmoeten, te recreëren... in harmonie met andere bevolkingsgroepen.
  2. In de nabije toekomst zal het aantal kinderen en jongeren toenemen. Vooral in de steden wordt een boom verwacht.
  3. Kinderen en jongeren maken vaak op een andere manier gebruik van de publieke ruimte dan volwassenen. Dit verdient expliciete aandacht.
  4. Kinderen en jongeren moeten betrokken worden bij de inrichting van de publieke ruimte. Zij geven doorgaans een frisse kijk op de ruimte, vanuit hun gebruikservaring en hun meer kwetsbare positie, en minder vanuit belangenbehartiging.
  5. Werken aan kindvriendelijke publieke ruimte is een opstap naar een aangename, kwaliteitsvolle en levendige woonomgeving. Een kindvriendelijke wijk is ook een mensvriendelijke wijk.
  6. Werken aan kindvriendelijkheid nodigt uit om over de verschillende beleidsdomeinen en diensten heen samen te werken aan oplossingen.

Lees ook meer over meisjes en de publieke ruimte: hoe ervaren zij die ruimte, en hoe zouden zij het zelf invullen?

Participatie of co-creatie met kinderen en jongeren

Kind & Samenleving maakte 10 richtlijnen voor inspraak in publieke ruimte.

  1. Betrek kinderen op cruciale momenten in het ontwerpproces.
  2. Speel in op vragen en verwachtingen van ontwerpers, projectleiders en beleidsmakers.
  3. Stem het inspraaktraject van kinderen en volwassenen op elkaar af.
  4. Ontwerpers, projectleiders en beleidsmakers zijn aanwezig tijdens de bevraging.
  5. Geef een duidelijke in- en uitleiding over het beleidskader.
  6. Leg alles zo duidelijk mogelijk uit.
  7. Stel goede vragen: 9 kernvragen om te stellen aan kinderen. 
  8. Let op non-verbale communicatie.
  9. Maak werk van gegevensverwerking en een (visueel) syntheseverslag.
  10. Kies de bevragingstechniek in functie van project, doelpubliek, setting en verwachtingen.
Methodieken

Je kan op verschillende manieren tot een goed participatief traject komen. Er is geen ultieme methodiek, elk project / elke uitdaging vraagt een andere aanpak. Kies methodieken uit en sleutel er aan, pas het aan aan je eigen praktijk. Hieronder vind je enkele leuke methodieken:

Lomap is een sterke participatietool voor zowel individuen als groepen. De app is multi-inzetbaar, vrij beschikbaar en sluit goed aan bij de leefwereld van jongeren. De app kan gebruikt worden bij korte verkenningsworkshops en ook bij langdurige participatieprojecten met kinderen en jongeren rond de publieke ruimte. Naast het in kaart brengen van wat de uitdagingen op vlak van ruimte zijn in de buurt, is Lomap ook een tool om met jongeren te bespreken wat er beter kan. Die resultaten giet men dan in een dossier en worden dan naar architecten of beleidsmakers gebracht. Bovendien zorgen de beelden voor een betere dialoog tussen het beleid en de kinderen. Hoe werkt de app en hoe kan je deze als tool inzetten in jouw werkveld? Meer informatie vind je hier.

LaMA is een methodiek om gebruikers van de openbare ruimte te betrekken en om samen oplossingen te bedenken en deze uit te werken. LaMA promoot co-creatie met burgers, een andere manier om mobiliteitsvraagstukken aan te pakken. Burgers beschikken immers over informatie die beleidsmakers en experts vaak over het hoofd zien. Wil je over deze methodiek graag meer weten? Neem hier dan zeker eens een kijkje voor verdere informatie. 

 

Wil je over al deze methodieken en nog veel meer dan dat extra informatie? Neem dan eens een kijkje op de website van de Ambrassade, zij leggen het je in geuren en kleuren uit! 

Meer inspiratie...
  • Participatie bij de aanleg van publieke ruimte kent vele vormen. Kinderen mee laten ontwerpen is daar één van. Springzaad uit Nederland heeft daar heel wat achtergrond over.  
  • Door de weloverwogen heraanleg veranderde de troosteloze Edegemsesteenweg van een grijze verkeersader naar een klimaatrobuuste publieke ruimte.  Waterinfiltratie, vergroening, speelruimte en verblijfsplekken vormen de aanzet voor verdere toekomstige ontwikkeling in en rond het centrum van Kontich. Voor dit project combineerden ze maatschappelijke belangen met de noden van kinderen en jongeren. Inspirerende video over jongeren die hun stem lieten horen! 
  • De jongeren van Globaal Kabaal toverden het grijze kerkplein van Merelbeke om tot een groene pop-up waar iedereen welkom was. Het anders kale kerkplein werd een oase van groen. De jongeren legden hun oren te luister bij de lokale bloemenhandelaars en gebruikten enkel 'tweedehands' bloemen & planten die niet meer fris genoeg waren om verkocht te geraken. Voorbijgangers met een groen hart konden deze bloemen en plantjes adopteren!
  • Gangmakers en Koplopers! Kinderen tussen 9 en 12 jaar het woord geven over hun wijk, hun plekjes, hun openbare ruimte. Over waar ze wel of niet mogen komen. Over wat beter moet. Bij Gangmakers en Koplopers wijzen kinderen de weg. Zij pakken de kop en laten zien waar en hoe ze zich verplaatsen, waar het goed is kind te zijn en vooral wat hun leef, - speelomgeving kan verbeteren! 

  • Een Duits voorbeeld: Jugend Architektur Stadt (JAS) werkt met kinderen en jongeren om hen zelf mee aan architectuur en ruimtelijke planning te leren doen. Zo plannen kinderen mee een nieuwe kinderkliniek in Essen. Vanuit alle activiteiten die op een dergelijke plek gebeuren en de infrastructuur die daarvoor nodig is, geven kinderen ideeën aan de architecten. Zo bleken ze veel te vertellen te hebben over het thema ‘wachten’ en de uitstraling die wachtruimtes in een ziekenhuis best bieden. 
  • Buurtbewoners, jongeren en kinderen laten participeren in het aanleggen van Wonderwoudjes. Stad Kortrijk plant samen met Bos+ en de kinderen van een basisschool het allereerste wonderwoudje! Wat zijn wonderwoudje en hoe leg jer er er zelf eentje aan? Laat je inspireren door hun verhaal. 

  • Speel-eet-beleefbossen, dat zijn plekken waar speelbossen gecombineerd worden met voedselbossen. Met dit project willen we inspelen op de vele positieve effecten van bomen en bossen voor plattelandsbeleving en natuureducatie bij jeugdverblijven. Dit doen ze door samen met hen aantrekkelijke en uitdagende realisaties op het platteland uit te wserken, in samenwerking met de lokale actoren. Laat je inspireren door hun particiaptietraject!

  • Een verzameling projecten waar samenwerken met al de belanghebbende actoren centraal staat!

  • Jeugdraad Zottegem laat skate-infrastructuur vormgeven door jongeren! Lees hier het advies.