Kleuters worden steeds zelfstandiger, maar hebben nog onvoldoende begrip van gevaar. In een omgeving die voor het kind vertrouwd is, kan je als ouder gerust van op een afstand toekijken. Ze vinden speelplekken waar veel ontdekkingsmogelijkheden zijn veel fijner en veel avontuurlijker dan kant-en-klare speeltuigen. Ze zoeken materialen waar ze hun eigen creativiteit en fantasie in kunnen gebruiken.
Ze hebben nood aan keuzevrijheid en een ongedwongen karakter. Het kind is zelf in staat te beslissen of hij gaat spelen en op welke manier. Dit wil niet zeggen dat het kind niet gestimuleerd of uitgedaagd kan worden.
Ze beleven plezier aan spelen, zowel in wild als rustig spel. Als ze iets passiever aan het spelen zijn dan kan je nog altijd zien of ze plezier hebben aan hun houding of mimiek.
Ze staan in twee werelden. De dagelijkse wereld en de fantasiewereld zijn tegelijkertijd aanwezig en het kind weet dit. Kleuters beseffen dat, wanneer ze spelen, het niet echt is.
De grens tussen arbeid en spel is niet altijd duidelijk te maken. Voor hen is spelen en dus ontwikkelen een fulltimejob.
Kleuters worden gekenmerkt door een enorme exploratiedrang en doen alsof-spelletjes zijn nog steeds heel populair. Het constructiespel van de vorige leeftijdsklasse ontwikkelt zich verder. Regelspel komt tot ontwikkeling. Ze hechten heel veel waarde aan regels. Dit bevordert de sociale ontwikkeling. Verder kunnen ze samen spelen met anderen terwijl hiervoor enkel parallelspel zichtbaar was.